Als een relatie niet lekker loopt, is het belangrijk de oorzaak daarvan te achterhalen. Of het nu gaat om de relatie met je partner, je gezin of je collega: probeer te ontdekken hoe het komt dat je uit elkaar groeit of zelfs tegenover elkaar komt te staan.
Maar kijk ook eens naar de communicatie. Hoewel die maar zelden de oorzaak is, valt daar op korte termijn vaak veel te winnen.
Vijf tips die je kunnen helpen.
1. Niet verwijten, maar zeggen wat je nodig hebt.
Als je een ander iets wilt verwijten, heb je meestal iets nodig. De man die zijn vrouw verwijt dat zij “weer eens te laat thuis komt zodat ik weer alles kan regelen”, heeft iets nodig. Misschien is zijn diepste vraag wel: “Ik vind het fijn om samen met jou te zijn aan het einde van een werkdag. Wil je tijd voor mij maken?”
De werknemer die zijn manager verwijt “dat je weer eens niet bij de lunch aanwezig was” bedoelt eigenlijk: “Ik stel het op prijs als je persoonlijke aandacht aan me geeft, bijvoorbeeld tijdens de lunch”.
Het voordeel van zeggen wat je nodig hebt, is dat de ander dáárop (en niet op het verwijt) kan reageren en zich minder snel aangevallen voelt. Dat voorkomt veel strijd en gekibbel. “Ik kan er toch ook niks aan doen dat het file is”. “Weet je wel hoe druk ik ben als manager? Ik ren van het ene overleg naar het andere.” Discussie dus. De aanval afslaan en zien dat je gelijk krijgt. Waarop de aanvaller zijn gelijk weer gaat halen. Dat werkt niet bevorderlijk voor de relatie.
Overigens is een sfeer van verwijten maken vaak een aanwijzing dat mensen grote onvervulde behoeften hebben, die ze niet herkennen of niet uiten.
2. Geen waarom-vragen, maar vertellen wat het gedrag van de ander met jou doet.
Henk vindt dat Ineke veel op hem vit. “Waarom loop je altijd zo te vitten?”. Grote kans dat Ineke met een waarom-vraag komt die zij al klaar had liggen: “Waarom let jij dan ook nooit op wat er in huis gebeurt?”
Beter kan Henk zeggen: “Ik weet niet hoe het komt dat je zo vit op me, maar ik zou het prettig vinden als het minder gebeurt.” Daar kan Ineke wat mee. Het gesprek kan nu meer gaan over het hoe en het effect, in plaats van het waarom. Als Ineke zich realiseert hoe zij op Henk vit en wat dat voor effect heeft, en Henk zich realiseert wat voor effect zijn slordigheid op Ineke heeft, kunnen ze gaan nadenken over hoe ze het beiden anders kunnen doen.
3. Geen vragen stellen of praten namens de ander, maar spreken namens jezelf. Of nodig de ander uit te zeggen wat hij of zij belangrijk vindt, voelt of nodig heeft.
Iets vragen kan destructief zijn voor de communicatie, hoe opmerkelijk dat misschien ook klinkt. Ik bedoel deze manier van vragen: Erna: “Vind je het niet lullig van jezelf om ’s avonds altijd op stap te gaan?”
Wat Erna eigenlijk wil zeggen tegen John, is dit: “Ik vind het niet prettig als jij ’s avonds zo veel weg bent.”
Met de bovenstaande vorm van vragen blijft de vragensteller vaak zelf buiten schot. Hij of zij hoeft zijn mening niet te geven, maar projecteert die vervolgens wel netjes in de vraag.
“Vind je het niet eens tijd om aan het werk te gaan?” is ook zo’n vraag. Wat de leidinggevende eigenlijk wil zeggen, is: “Ik vind dat het tijd is dat je weer aan het werk gaat”. Dat geldt ook voor het praten voor de ander, terwijl je zelf iets wilt zeggen of nodig hebt. Maria kan zeggen dat ze vindt dat Gerard maar eens eerder moet stoppen met werken, omdat het slecht is voor z’n gezondheid. In werkelijkheid wil ze iets van Gerard dat voor haarzelf belangrijk is: aanwezigheid en toegewijde aandacht.
Gedachten lezen is er ook een vorm van. Vaak gat het dan om projectie van eigen gevoelens. “Jij bent boos hè? Dat zie ik. Je bent gewoon boos. Je wilt zeker niks zeggen?” Als je dat maar lang genoeg zegt, wordt de ander vanzelf boos en ontstaat er een negatieve interactieketen:
“Zie je wel dat je boos bent?”
“Jij maakt me boos!”
“O, nu heb ik het weer gedaan? Terwijl ik gewoon lief vraag of je boos bent. Ik toon gewoon belangstelling.”
Etc.
4. Gebruik het verleden niet om nieuwe stappen onmogelijk te maken
Het komt nogal eens voor: gebeurtenissen uit het verleden worden voortdurend gebruikt om aan te tonen dat wat de ander vraagt, zegt of doet onterecht of onzuiver is. Als het Mirjam teveel wordt om én mee te helpen in het bedrijf én voor de kinderen te zorgen, helpt het niet als Bram er op blíjft hameren dat zij, toen ze trouwden, had beloofd honderd procent voor de zaak te gaan. Daarmee negeert hij Mirjams probleem.
Degene die zijn leven van vreemdgaan wil beteren en maar bij elke positieve stap aan zijn verleden wordt herinnerd, ondervindt hetzelfde. Gaat hij naar de therapeut, dan zegt de partner: “Ja, natuurlijk, het zal wel, fijn even praten maar over vijf weken zit je weer met een ander. Zo ging het toen ook.”
Natuurlijk heeft het verleden een belangrijke plek en eerdere gebeurtenissen kunnen het vertrouwen ernstig schaden; maar het mag geen middel worden om de ander klem te zetten of nieuwe stappen te ontmoedigen. Soms is het ook de vraag waarom het verleden er steeds bij wordt gehaald. Misschien is die man of vrouw die steeds vreemdgaat, de alcoholist die toch weer drinkt, de echtgenoot die boos wordt, wel iets dat de partner nodig heeft. Een bewijs voor zijn of haar eigen diepe overtuiging dat niemand écht voor hem of haar kiest.
5. Rechtstreeks vertellen en niet verhullen wat je denkt, voelt of nodig hebt.
Het kan bijna ongrijpbaar zijn, dit mechanisme. Maar het werkt o zo destructief in de communicatie. Je herkent het aan woorden als misschien, mogelijk, men, iemand of je. Geen ik-boodschappen dus, maar verhullend taalgebruik. Karin vraagt bijvoorbeeld aan Hans waarom hij de hele avond niks zegt. “Misschien denk ik wel dat jij toch niet luistert”, antwoordt hij. Beter kan Hans zeggen: “Ik denk dat jij dan toch niet luistert.” Dat is rechtstreeks, met volle verantwoordelijkheid voor wat Hans zelf denkt. Karin kan dan antwoorden: “Als iemand meteen begint te schreeuwen, valt er weinig meer te luisteren.” Maar beter kan ze zeggen: “Als jij meteen begint te schreeuwen, is het ook lastig voor mij om te luisteren. Ik wil naar je luisteren, als je het rustig zegt.”
Natuurlijk zijn er nog veel meer tips te geven. Vul het rijtje gerust aan. Mijn ervaring met bovenstaande tips is in ieder geval positief. Ik zie dat ze mensen helpen om in rustiger vaarwater te komen. Zodat ze de gelegenheid krijgen het echte lek in de relatie boven water te krijgen. Want dat blijft, ongeacht om wat voor relatie het gaat, altijd belangrijk.